Kapper

Door Mariska. Met het hete weer van sommige dagen en weken in de afgelopen zomer is het de taak om je zo koel mogelijk te houden. Ik doe mijn haar bijna nooit in een staart of knot, maar altijd met een klipje naar achteren. Behalve als het zo warm is. Dan gaat mijn haar de hele dag in een knot.

Naar de kapper geweest

We hadden een dag gespeeld op de groep en in de avond kwam de moeder van een kind om I. op te halen. I. zei tegen zijn moeder. Mama, juf Mariska is naar de kapper geweest. Zijn moeder en ik keken elkaar aan van nee hoor dat is niet zo. Waar haal je dat vandaan? Maar I. bleef aanhouden, juf Mariska is naar de kapper geweest. Na een hele tijd bedacht ik waar hij dat vandaan haalde. Voor I. lijkt het alsof ik naar de kapper ben geweest. Ik heb mijn haar altijd los en nu zit het vast naar achteren. I. ziet het haar niet meer en ziet op zijn manier dat het haar dus wel zo is dat ik naar de kapper ben geweest.

Centratie en conversatie

Dit is voor kinderen heel moeilijk te begrijpen. Ze zien iets ervoor en iets erna en dat zijn vaststaande gegevens. Dit heeft te maken met de begrippen centratie en conversatie. Centratie is het onvermogen om zich op meer dan één aspect van een stimulus te richten. Ze kijken dus maar naar één ding en dat is de staart of het losse haar, die in het oog te zien zijn niet wat er achter de knot zit of achter het losse haar. Conversatie is het inzicht dat de hoeveelheid niet gerelateerd is aan de opstelling en het uiterlijk van dingen (Feldman, 2012). Dat betekent dat het voor I. als ik het vast heb weinig haar heb en er dus wat af is geknipt en als ik het los heb het weer lang is. Terwijl het dezelfde hoeveelheid haar blijft op een andere manier.

Lees ook; ‘7 tips voor ouderbetrokkenheid’

Het proces

Wat ik had kunnen doen om te testen hoe lang I. bleef aanhouden dat ik naar de kapper was geweest had ik mijn haar op dat moment even los moeten doen en moeten vragen: is Mariska nu nog steeds naar de kapper geweest? I. zegt dan nee maar als ik het weer vast doe zegt I. weer ja zegt. Ze zien de transformatie ertussen nog niet. Ze zien het proces niet gebeuren. Nu heeft I. dit ook niet kunnen zien omdat ik het thuis deed, maar ook als ik op de groep mijn haar van los naar vast had gezet zien kinderen alleen het voor en na resultaat. Ze zijn op deze leeftijd nog niet in staat om het proces te zien.

Ik vind het vooral interessant om te zien hoe dat in het brein van de kinderen gaat. Er gaat soms zo veel achter een bepaalde uitspraak schuil. Dat je niet begrijpt wat zo’n kind op dat moment bedoelt en dat je dan te makkelijk zegt ik begrijp je niet en het dan laat zitten. Maar als je echt probeert achter de uitspraak van zo’n kind te komen gebeurt er op dat moment heel veel in de hersenen. Interessant toch?

Bron: Feldman, S.(2012). Ontwikkelingspsychologie(5e editie). Amsterdam: Pearson Education Benelux.

Foto is van Canva.