10-minutengesprek op het kinderdagverblijf

De meeste kinderdagverblijven hebben 1/2 keer per jaar 10-minutengesprekken. Een 10-minutengesprek vindt plaats tussen de mentor en de ouders. In het gesprek wordt de ontwikkeling en het welbevinden van het kind besproken. Het gesprek is een aanvulling op de haal- en brengmomenten.

Opbouw van een 10-minutengesprek

Voorbereiding

  • informatie verzamelen
  • invullen format 10-minutengesprek
  • observaties bespreken met collega’s

Het gesprek

  • opening; welkom heten van ouders, doel en verloop van het gesprek, kern van het gesprek
  • welbevinden
  • ontwikkeling
  • evaluatie dienstverlening
  • thuissituatie
  • afsluiting

Nazorg

  • uitwerken verslag 10-minutengesprek
  • vragen en klachten bespreken met locatie manager
  • eventueel terugkoppeling aan ouders

Lees ook; ’tips en tricks voor themabakken’

Format

Bij het 10-minutengesprek gebruiken wij een format. Het format is een belangrijke houvast voor tijdens het gesprek. In het format staan de volgende onderdelen.

Welbevinden

Het onderwerp welbevinden omvat een algemene beschrijving van het kind:

  • algemene kind gegevens
  • welbevinden (algemene beschrijving van het kind, slaap- en eetritme en zindelijkheid

De mentor vult de gegevens in n.a.v. een eigen observatie, bevindingen van collega’s en de kindmap. Mocht het nodig zijn kun je meer informatie halen bij je leidinggevende.

Ontwikkeling

Bij het invullen van de ontwikkeling wordt gebruik gemaakt van het kindvolgsysteem. De ontwikkelingsgebieden zijn onderverdeeld in drie kopjes:

  • sociale-emotionele ontwikkeling
  • spraakontwikkeling
  • motorische ontwikkeling

Bij het invullen hiervan, wordt bij ieder ontwikkelingsgebied een korte samenvatting geschreven, bijvoorbeeld ‘kind A. is erg gegroeid in zijn spraakontwikkeling. Hij maakt nu zinnen met twee woorden en kent de namen van de kinderen en pedagogisch medewerkers. A. kan zich goed verstaanbaar maken en kan ontkenningen aangeven. Tevens geeft hij antwoorden op vragen, zoals, waar is papa of mama?’

Het is belangrijk om vooral de zaken te belichten die met het kind te maken hebben en niet de dingen die hij/zij nog niet kan. Wees vooral positief en onderbouw je samenvatting.

Lees ook: ‘verlatingsangst bij kinderen’

Evaluatie dienstverlening

Na het welbevinden en de ontwikkelingsgebieden wordt ook de evaluatie van de dienstverlening besproken. Aan ouders wordt gevraagd hoe ze dienstverlening van de pedagogisch medewerkers en de organisatie ervaren. Waarover zijn ouders tevreden, wat zouden ze verbeterd willen zien etc. Zorg dat je altijd goed alles checkt en noteert, zodat het goed wordt opgepakt.

Thuissituatie

Als laatste vraag, vragen wij of er in de thuissituatie iets is om rekening mee te houden. Bijvoorbeeld een verhuizing, zwangerschap of problemen in de opvoeding. Mocht het nodig zijn, kan er hiervoor een extra gesprek ingepland worden.